Diagnostische toets Romeinen 1th

Last updated over 5 years ago
40 questions
1

Het volk beslist

1

een kleine groep rijke mensen beslist

1

een staat zonder vorst

1

een staat met een vorst

1

Imperium

1

Ambtenaar

1

Gouverneur

1

Keizer

1

volksverhuizingen

1

Grieks- Romeinse cultuur

1

tolerantie

1

multi- culturele samenleving

1

Ons woord keizer komt van de naam

1

Vanaf Octavianus was Rome geen ______________ meer

1

Vanaf Octavianus werd Rome bestuurd door een _____________

1

Octavianus werd _________________ (Verhevene) genoemd

1

Octavianus stond volgens de Romeinen boven de gewone mensen. Hij was een soort __________

1

De Romeinen hadden een

1

Het tijdvak van de Romeinen heet: het tijdvak van ______________

1

Waarom gaven de machthebbers brood en spelen?

1

Noem een voorbeeld van culturele eenheid binnen het Romeinse rijk

1

De eenheid en vrede in het Romeinse rijk waren goed voor de _____________

1

Deze periode van eenheid en vrede binnen het Romeinse rijk noemen we

1

Vul in: Een man uit een overwonnen _1.________________ kon Romeins burger worden door _2. ___________ in het Romeinse3. _____________
Antwoord 1 =

1

Vul in: Een man uit een overwonnen _1.________________ kon Romeins burger worden door
_2. ___________ in het Romeinse3. _____________
Antwoord 2 =

1

Vul in: Een man uit een overwonnen _1.________________ kon Romeins burger worden door
_2. ___________ in het Romeinse3. _____________
Antwoord 3 =

1

Joden en christenen hebben een _____________ godsdienst

1

Romeinen hebben een _____________ godsdienst

1

Maak de zinnen af. De volgende vragen horen allemaal bij dit verhaaltje.
De christenen geloofden dat Jezus uit de _________ was opgestaan

1

Maak de zinnen af. De volgende vragen horen allemaal bij dit verhaaltje.
Daarna was Jezus naar de ____________ opgestegen

1

Maak de zinnen af. De volgende vragen horen allemaal bij dit verhaaltje.
Zijn volgelingen noemden hem ________________, de verlosser

1

Maak de zinnen af. De volgende vragen horen allemaal bij dit verhaaltje.
Zijn volgelingen geloofden dat hij aan het _____________ was gestorven

1

Maak de zinnen af. De volgende vragen horen allemaal bij dit verhaaltje.
Jezus was gestorven om de mensen te verlossen van alle ____________ in de wereld

1

Maak de zinnen af. De volgende vragen horen allemaal bij dit verhaaltje.
Verhalen over Jezus werden later opgeschreven in _______________ (Einde vraag)

1

De Romeinen verboden het christendom omdat;

A de Romeinen verdraagzaam waren
B christenen niet verdraagzaam waren. Ze gebruikten geweld tegen de polytheistische Romeinen
C christenen de Romeinse goden wilden vereren. De god Apollo sprak hen erg aan.
D Christenen rampen konden veroorzaken, omdat ze de Romeinse staatsgoden niet wilden vereren
E De Romeinse keizer zich als een god zag en de christenen hem niet wilden vereren. Dat zou zijn macht in gevaar kunnen brengen

Noteer de 2 juiste antwoorden

1

Vul het juiste jaartal in.
Vanaf _________ mochten christenen geloven wat ze wilden. Er was godsdienstvrijheid.

1

Vanaf ___________ was het christendom de Romeinse staatsgodsdienst

1

In het Romeinse rijk onstond er een christelijke organisatie: de kerk met bisschoppen en een paus

1

De Rijn werd de noordelijke grens van het rijk, de limes en de Romeinen sloten een bondgenootschap met de Bataven.

1

Vanaf de 3e eeuw drongen Germaanse stammen het Romeinse rijk binnen en in 576 kwam een eind aan het West- Romeinse rijk