havo 4 hfd 7 en 8 2019

Last updated almost 5 years ago
45 questions
1

Welke zin past niet bij de verlichting?

1

Welk begrip past het beste bij bovenstaande afbeelding?

1

De toepassing van redelijkheid noemen we....?

2

Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van strijdvaardige Germanen. Voor de bewaking van de Rijngrens gebruikten Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de 3e eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer Germanen drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren van de Grieks-Romeinse cultuur, terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de laatste West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan.

Welk kenmerkend aspect hoort bij deze uitleg?

1

Door de welvaart veranderde het mens- en wereldbeeld van burgers in Italië vanaf omstreeks 1350. Geïnspireerd door de oudheid ontstond een nieuw levensgevoel met meer oog voor de plezierige kanten van het leven, meer belangstelling voor de wereld en een kritische instelling in het natuurwetenschappelijk denken. Vanaf omstreeks 1500 werden de ideeën van de renaissance over Europa verspreid.
Welk kenmerkend aspect hoort bij deze uitleg?

1

Welke beweging hoort bij deze oproep?

1

Welk kenmerkend aspect hoort bij deze afbeelding?

1

Welk kenmerkend aspect hoort bij de afbeelding?

1

De industrialisatie leidde tot het ontstaan van de ............: de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. In het maatschappelijk debat hierover kwamen verschillende opvattingen over oorzaken en mogelijke oplossingen naar voren, variërend van niets doen tot ingrijpen door de overheid. Arbeiders richtten vakbonden op om gezamenlijk met werkgevers te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. Welk kenmerkend aspect hoort bij deze omschrijving

1

Volksoeveriniteit hoort bij de filosoof..... ?

1

Socialisme en communisme horen bij de filosoof..... ?

1

Montesqieu is de bedenker van de ...................?


1

Vanaf ....... had Nederland een constitutionele monarchie. In ........kwam er een parlementair stelsel, waarna het beperkte mannenkiesrecht in stappen werd uitgebreid tot de invoering van algemeen mannenkiesrecht in 19.... Met de invoering van algemeen vrouwenkiesrecht in 19.... werd Nederland een parlementaire democratie. Vul de ontbrekende jaartallen in.

1

Welk land had als eerste een grondwet?

1

Door de industriële revolutie hadden de Europese landen grote behoefte aan grondstoffen en afzetmarkten en waren ze militair superieur. In de 19e eeuw veroverden ze grote gebieden in Afrika en Azië waar ze kolonies stichtten. Ook het Chinese keizerrijk verloor een deel van zijn onafhankelijkheid aan koloniale mogendheden
Welk kenmerkend aspect hoort bij deze tekst?

1

Wat is de goede volgorde......................?

1

Wonderen zijn niet het bewijs van goddelijke macht, maar van menselijke onwetendheid. De aanwezigheid van God wordt niet bewezen door wonderen, maar door de orde in de natuur. Deze uitspraak is van....

1

................. fundamentele rechten of mensenrechten, zijn fundamentele onaantastbare rechtsnormen die aan burgers persoonlijke vrijheid en een menswaardig bestaan moeten verzekeren en die ingrijpen van met name de overheid moeten beperken. In Nederland zijn deze rechten vastgelegd in de hoogste nationale wet, de Grondwet. Grondrechten zijn publieke rechten die individuele burgers kunnen inroepen tegenover de overheid. In een aantal gevallen kunnen grondrechten ook tussen burgers c.q. private partijen onderling worden ingeroepen, men spreekt dan van horizontale werking van grondrechten (zie hieronder). welk begrip hoort bij deze tekst

1

In de tweede helft van de 19e eeuw vond in Afrika en Azië het ......................................plaats

1

De industrialisatie zorgde voor een:
•Grotere behoefte aan grond- en delfstoffen •Militair overwicht Welke behoefte missen we

1

In de tweede helft van de 19e eeuw kwamen het confessionalisme en het feminisme op. Het waren emancipatiebewegingen die een eind wilden maken aan de achterstelling van hun aanhangers: katholieken, protestanten en vrouwen. Belangrijke resultaten van deze bewegingen waren de invoering van gelijke financiering van openbare en bijzondere scholen in 1917 en van het algemeen vrouwenkiesrecht in 1919. welk kenmerkend aspect hoort hier bij?

1

In welk jaar vond deze gebeurtenis plaats?

1

Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

1

Welk begrip hoort bij bovenstaande afbeelding ?

1

Een nachtwakersstaat hoort bij confessionelen?

1

de industriele revolutie volgde na een agrarische revolutie

1

Voor de industriele samenleving kenden we een ......

1

liberalen ..............................

1

Onder invloed van de ........... vonden aan het eind van de 18e eeuw democratische revoluties plaats in westerse landen, waarbij de oude privileges werden afgeschaft welk woord .....

1

Nationalisme ontstond in de ..................... eeuw

1

Standbeelden monumenten en het hermanssdenkmal horen bij het .....

1

in welk jaar vond deze gebeurtenis plaats......

1

Wie maakte aan dit verschijnsel een einde ?

1

Welk kenmerkend aspect past het beste bij de afbeelding?

1

Welk kenmerkend aspect past bij deze afbeelding?

1

Gelijkheid staat centraal: streden voor onderdrukten en tegen verschillen in macht en inkomen
•Beweging van de arbeiders, werd na 1870 een massabeweging
•Wilden via een revolutie de bedrijven in eigendom van de staat brengen. Welke stroming hoort hierbij?

2

Het willen behouden van historisch gegroeide verschillen in macht en invloed, o.a. handhaven van gevestigde orde zoals historisch gegroeide instellingen zoals kerk, adel, leger en monarchie
Ideeën van vrijheid en gelijkheid zijn gevaarlijk, zoals bleek uit de chaos van de Franse revolutie

welke stroming?

1

Bovenstaande afbeelding past het beste bij het kenmerkend aspect...?

1

De jaren 1815-1919 waren in Europa en de VS een tijd van .......................... Bijna overal nam ......................... toe

1

Kiesstelsel waarbij het land is verdeeld in districten die hun eigen kandidaten voor het parlement kiezen Welke woord hoort bij de omschrijving?

1

In 1815 werd Nederland een ....................... monarchie. De koning had bijna onbeperkte macht.

Door de grondwet van 1848 kreeg Nederland een.................... stelsel, maar met.................... (kiesrecht dat afhankelijk is van de hoogte van de betaalde belastingen). Vul de ontbrekende woorden in

1

De eerste politieke partij is de ................... de leider heette ........................... ?

1

De belangrijkste grondwetwijziging vond plaats in .............. onder leiding van....................... ?

1

Het modern imperialisme ging vooral over de verdeling van ........................ door Europese landen.

1

Een beweging die streeft naar gelijkberechtiging van achtergestelde groepen strijd voor ...........................