1.1 Bewegingen vastleggen - A

Last updated over 4 years ago
7 questions
Instructies
  • Rond getallen af op in totaal 2 of 3 cijfers achter de komma (tenzij anders vermeld)
  • Vaak moet je een eenheid achter een getal zetten; zet dan een spatie tussen het getal en de eenheid
1

Reken om: 17 m/s = ..... km/h (alleen getal)

1

Een trein rijdt een afstand van 80 km in 55 min.
Bereken de gemiddelde snelheid in km/h (getal + eenheid).

1

Hieronder zie je een (s,t)-diagram van een wandelaar.
Bepaal de snelheid van wandelaar in m/s (getal (2 decimalen) + eenheid)

1

In het (s,t)-diagram zie je 3 lijnen.
Bij welke lijn hoort de grootste voorwaartse snelheid?

1

In de figuur zie je 5 (s,t)-grafieken.
Welke van de grafieken geven een eenparige beweging aan

1

In de figuur zie je een (s,t)-grafiek.
Geef in de figuur aan hoe je de snelheid op t = 3 s bepaalt. Je hoeft de snelheid niet te bereken, alleen maar aangeven hoe je het doet.

1

In de figuur zie je een (s,t)-grafiek van de beweging van een voorwerp.


Geef van alle punten (A t/m F) aan of het voorwerp vooruit gaat, stilstaat of achteruit gaat. Sleep de letter naar het juiste vakje.

  • A
  • B
  • C
  • D
  • E
  • F
  • voorwerp gaat vooruit
  • voorwerp staat stil
  • voorwerp gaat achteruit