1.5 Grootheden en eenheden - A

Last updated over 4 years ago
5 questions
Instructies
  • Rond getallen op het juiste aantal significante cijfers
  • Vaak moet je een eenheid achter een getal zetten; zet dan een spatie tussen het getal en de eenheid
  • De eenheid van versnelling m/s2 mag je noteren als m/s2
  • De eenheid Ω mag/moet je noteren als ohm
  • Bij het noteren van getallen in de wetenschappelijke notatie mag je het symbool E gebruiken, dus: 1,23 · 102 mag je noteren als 1,23E2 (zonder spaties)
1

Bij natuurkunde hebben we het over eenheden en grootheden.
Sleep de onderstaande items naar de juiste plek.

  • afstand
  • plaats
  • meter
  • newton
  • kelvin
  • weerstand
  • ohm
  • seconde
  • energie
  • volt
  • grootheid
  • eenheid
1

Reken om 8,9 kg/dm3 = ... kg/m3 (let op significantie)

1

Een cirkel heeft een oppervlakte van 250 cm2.
Bereken de straal (in m) van de cirkel.

1

Een kubus heeft een inhoud van 100 L.
Bereken de lengte van een ribbe (in m).

1

Een bol heeft een inhoud van 500 m3.
Bereken de straal van de bol (in m).