KBL 2 woordsoorten 1-4
star
star
star
star
star
Last updated over 5 years ago
29 questions
Note from the author:
Woordsoorten toets
1
Welke woordsoort hoort bij de volgende omschrijving: een woord voor een mens, dier, plant of ding?
Welke woordsoort hoort bij de volgende omschrijving: een woord voor een mens, dier, plant of ding?
1
Welke lidwoorden ken je ?
Welke lidwoorden ken je ?
2
Noteer 5 verschillende werkwoorden:
Noteer 5 verschillende werkwoorden:
4
Noteer het juiste woordsoort achter de onderstreepte woorden uit de tekst.Kies uit : ww - lw – bijv nw – zelfst nwEen wildreservaat is bedoeld om dieren te beschermen, maar in Zimbabwe worden de grote reservaten helemaal leeggeroofd.
Noteer het juiste woordsoort achter de onderstreepte woorden uit de tekst.
Kies uit : ww - lw – bijv nw – zelfst nw
Een wildreservaat is bedoeld om dieren te beschermen, maar in Zimbabwe worden de grote reservaten helemaal leeggeroofd.
| Draggable item | arrow_right_alt | Corresponding Item |
|---|---|---|
Zimbabwe | arrow_right_alt | zelfstandig naamwoord |
grote | arrow_right_alt | werkwoord |
bedoeld | arrow_right_alt | werkwoord |
de | arrow_right_alt | zelfstandig naamwoord |
| arrow_right_alt | lidwoord | |
| arrow_right_alt | bijoeglijk naamwoord | |
wildreservaat | arrow_right_alt | lidwoord |
beschermen | arrow_right_alt | bijvoeglijk naamwoord |
3
Noteer het juiste woordsoort achter de onderstreepte woorden uit de tekst.Kies uit : ww - lw – bijv nw – zelfst nwEen groep stropers heeft er in een paar weken tijd honderden zebra’s, gnoes en antilopen afgemaakt.
Noteer het juiste woordsoort achter de onderstreepte woorden uit de tekst.
Kies uit : ww - lw – bijv nw – zelfst nw
Een groep stropers heeft er in een paar weken tijd honderden zebra’s, gnoes en antilopen afgemaakt.
2
Noteer het juiste woordsoort achter de onderstreepte woorden uit de tekst.Kies uit : ww - lw – bijv nw – zelfst nwEr leven daarom niet veel dieren meer in het omheinde wildreservaat in Beitbridge.
Noteer het juiste woordsoort achter de onderstreepte woorden uit de tekst.
Kies uit : ww - lw – bijv nw – zelfst nw
Er leven daarom niet veel dieren meer in het omheinde wildreservaat in Beitbridge.
1
Noteer het aanwijzende voornaamwoordMijn opa heeft aan die jongen een speelgoedtrein gegeven.
Noteer het aanwijzende voornaamwoord
Mijn opa heeft aan die jongen een speelgoedtrein gegeven.
1
Noteer het aanwijzende voornaamwoordWat heb jij aan dat meisje gevraagd?
Noteer het aanwijzende voornaamwoord
Wat heb jij aan dat meisje gevraagd?
1
Noteer het aanwijzende voornaamwoordVodafone heeft deze storing eindelijk opgelost.
Noteer het aanwijzende voornaamwoord
Vodafone heeft deze storing eindelijk opgelost.
1
Noteer het aanwijzende voornaamwoordZo'n resultaat valt mij tegen van jou hoor.
Noteer het aanwijzende voornaamwoord
Zo'n resultaat valt mij tegen van jou hoor.
1
Noteer het aanwijzende voornaamwoordJe moet zulke grappen echt niet meer uithalen hoor!
Noteer het aanwijzende voornaamwoord
Je moet zulke grappen echt niet meer uithalen hoor!
1
Noteer het vragend voornaamwoordWat doneer jij aan War Child?
Noteer het vragend voornaamwoord
Wat doneer jij aan War Child?
1
Noteer het vragend voornaamwoordWelke jongen is er tijdens die skeelertraining gevallen.
Noteer het vragend voornaamwoord
Welke jongen is er tijdens die skeelertraining gevallen.
1
Noteer het vragend voornaamwoordWat voor een keuze heb jij gemaakt voor PPO ?
Noteer het vragend voornaamwoord
Wat voor een keuze heb jij gemaakt voor PPO ?
1
Noteer het vragend voornaamwoordWeet jij wiens idee we zullen gaan uitvoeren?
Noteer het vragend voornaamwoord
Weet jij wiens idee we zullen gaan uitvoeren?
1
Noteer het vragend voornaamwoordZou jij kunnen vertellen welke dag we het moeten inleveren?
Noteer het vragend voornaamwoord
Zou jij kunnen vertellen welke dag we het moeten inleveren?
1
Vul het juist bezittelijk voornaamwoord in.Deze fiets is van mij. Het is ……………….... fiets.
Vul het juist bezittelijk voornaamwoord in.
Deze fiets is van mij. Het is ……………….... fiets.
1
Vul het juist bezittelijk voornaamwoord in.Deze hond is van ons. Het is ………………... hond.
Vul het juist bezittelijk voornaamwoord in.
Deze hond is van ons. Het is ………………... hond.
1
Vul het juist bezittelijk voornaamwoord in.Die tas is van u. Het is ………………………... tas.
Vul het juist bezittelijk voornaamwoord in.
Die tas is van u. Het is ………………………... tas.
1
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden. Wil je mijn nieuwe ringtone horen?
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.
Wil je mijn nieuwe ringtone horen?
1
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.Wat zeg jij tegen jouw oma en opa?
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.
Wat zeg jij tegen jouw oma en opa?
1
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.Ik kan zijn hond en onze hond niet uit elkaar houden.
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.
Ik kan zijn hond en onze hond niet uit elkaar houden.
1
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.Kunt u uw auto iets anders parkeren?
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.
Kunt u uw auto iets anders parkeren?
1
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.Voor jullie inspanningen heb ik voor iedereen iets lekkers meegenomen.
Noteer alle persoonlijk voornaamwoorden.
Voor jullie inspanningen heb ik voor iedereen iets lekkers meegenomen.
1
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.Nick en Simon zijn vrienden van Jan Smit.
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.
Nick en Simon zijn vrienden van Jan Smit.
2
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.Achter de kast zat naast het stopcontact een dikke spin.
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.
Achter de kast zat naast het stopcontact een dikke spin.
2
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.Vind jij een fiets met een fietskrat op het stuur nog steeds handig?
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.
Vind jij een fiets met een fietskrat op het stuur nog steeds handig?
1
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.Langs de spoorlijn groeien vaak zeldzame planten.
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.
Langs de spoorlijn groeien vaak zeldzame planten.
2
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.Het is lastig vanuit Wijhe over de IJssel te komen.
Noteer alle voorzetsels. Let op in sommige zinnen staan er meer.
Het is lastig vanuit Wijhe over de IJssel te komen.