In tekst 1 wordt in regel 4 gesproken over 'weefselspecifieke antigenen'.
(1p) In welk deel van een cel bevinden zich deze antigenen?
1 point
1
Question 2
2.
Een antigeen is uit organische stoffen opgebouwd.
(1p) Noem één type organische stof waaruit een antigeen kan zijn opgebouwd.
1 point
1
Question 3
3.
In regel 6 staat dat, voor de vorming van antigeenspecifieke B-lymfocyten, weefsel van de mens aan muizen wordt toegediend. Cellen van het weefsel worden altijd rechtstreeks in het bloed gebracht.
(1p) Leg uit waardoor het niet zinvol is om cellen van het weefsel met het voedsel toe te dienen.
1 point
1
Question 4
4.
- Wordt bij de in tekst 1 beschreven behandeling de muis actief of passief geïmmuniseerd?
- En wordt bij de in tekst 1 beschreven behandeling de patiënt actief of passief geïmmuniseerd?
1 point
1
Question 5
5.
Therapie met monoklonale antistoffen is niet goed mogelijk als de antistoffen ook gezonde cellen uitschakelen, maar er zijn uitzonderingen. Bij een patiënt met een tumor van B-lymfocyten (B-cel-lymfomen) worden therapeutisch toch antistoffen gebruikt die werkzaam zijn tegen de tumorantigenen en de gezonde B-celantigenen.
(1p) Leg uit waardoor deze therapie geen blijvend nadeel voor de patiënt heeft.
2 points
2
Question 6
6.
In de afbeeldingis de vorming van immunoglobulinen schematisch weergegeven. Vier processen zijn aangegeven met de letters A tot en met D.
(2p) Zet achter de processen A t/m D het nummer van de daarbij passende beschrijving (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8).
2 points
2
Question 7
7.
Over het ontstaan van afweerreacties heeft de Duitse onderzoeker Paul Ehrlich aan het eind van de negentiende eeuw onderzoek gedaan. Hij ontwikkelde een theorie die hij in 1900 illustreerde zoals in onderstaande afbeelding beschreven:
De theorie van Ehrlich komt op een aantal punten overeen met de huidige inzichten. Vergelijk de afbeelding met de processen 2, 3, 4, 7 en 8 uit de vorige vraag.
(2p) Welk van deze processen komt overeen met tekening 4 van Ehrlich?
1 point
1
Question 8
8.
Vóór de geboorte is IgG alleen afkomstig van de moeder en IgM alleen afkomstig van het kind.
(1p) Waardoor kan deze IgM niet afkomstig zijn van de moeder?
2 points
2
Question 9
9.
In de afbeelding zijn vijf perioden (I tot en met V) aangeduid.
(2p) Tijdens welke van deze perioden berust de immuniteit van het kind gedurende de gehele periode uitsluitend op passieve immunisatie?
2 points
2
Question 10
10.
(2p) Leg uit waardoor gedurende de eerste drie maanden na de geboorte, de netto concentratie antilichamen in het bloed van de baby daalt.
2 points
2
Question 11
11.
(2p) Leg uit dat het ontstaan van een melanoom in hoge mate samenhangt met de plaats van de pigmentcellen.
2 points
2
Question 12
12.
(2p) Het HSV 1716 nestelt zich alleen in tumorcellen door de herkenning van de cel als kankercel. Welke cellen zijn betrokken bij de herkenning van een tumorcel?
1 point
1
Question 13
13.
De patiënten die hebben meegedaan aan het onderzoek waren allen HSV-seropositief. Om dit te kunnen vaststellen, hebben de betrokken artsen de patiënten laten testen in het laboratorium van het ziekenhuis.