Proefwerk Hoofdstuk 6 Schakelingen

Last updated over 5 years ago
20 questions
Note from the author:
Test about resistance LDR NTC PTS relais Transistor
2

Tijdens een practicum maak je een schakeling met een fietslampje en twee stroomdraadjes. De weerstand van het lampje is 18 Ω. Hoe groot zal de weerstand van de stroomdraadjes zijn?

2

Een weerstand heeft de volgende ringen:
ring 1 = groen / ring 2 = oranje / ring 3 = rood / ring 4 = goud
Hoe groot is de waarde van deze weerstand minstens?

2

Over een weerstand staat een spanning van 8 V. Bij die spanning loopt er een stroom van 0,25 A.
Bereken de weerstand

2

Een fietslamp gaat automatisch aan als het donker wordt.
Welk onderdeel zit er zeker in deze lamp?

2

Een inbraakalarm laat een bel rinkelen als er iemand in de buurt komt.
Welk onderdeel ‘ziet’ dat er iemand in de buurt komt?

2

In een schakeling is een relais opgenomen als schakelaar. Door welk onderdeel wordt het relais bediend?

2

De startmotor van een auto wordt aangezet met een relais. De schakeling bevat twee stroomkringen. Vergelijk de stroomsterkte door de startmotor en het relais. Wat is juist?
De stroomsterkte door de startmotor is ............................................ en de stroomsterkte door het relais is ..............................

2

In een schakeling is een transistor opgenomen als schakelaar. Door welk onderdeel wordt de transistor bediend?

2

Een transistor heeft een aan- en een uit-stand.
Welke stromen lopen er in de aan-stand door de transistor?

2

Twee schakelaars zijn de transistor en het relais. Welke schakelaar is geschikt voor een inbraakalarm met een zoemer?

2

Weerstand A heeft de volgende kleurcode:
ring 1 = rood
ring 2 = wit
ring 3 = blauw
ring 4 = goud
Hoe groot is deze weerstand (Je hoeft het OHM teken niet op te schrijven, alleen het getal zonder de tolerantie)

2

Weerstand B heeft de volgende kleurcode:
ring 1 = blauw
ring 2 = oranje
ring 3 = geel
ring 4 heeft er wel gezeten, maar de kleur is niet meer te zien.
Hoe groot is deze weerstand (Je hoeft het OHM teken niet op te schrijven, alleen het getal zonder de tolerantie)

2

Wordt een NTC warmer, dan wordt zijn weerstand groter.

2

Wordt in een stroomkring de weerstand kleiner, dan wordt ook de stroomsterkte
kleiner.

2

Weerstand kun je berekenen met de wet van Ohm.

2

Een transistor is een halfgeleider

2

Een Reedcontact werkt door middel van.

4

Over weerstand R staat een spanning van 6,0 V. Door die weerstand loopt een

stroom van 30 mA (0,030 A).
Bereken de grootte van weerstand R. Probeer de berekening goed uit te schrijven. (Ik hoop dat deze vraag werkt op de chromebooks)

2

Lars ziet dat bij grotere spanning de metaaldraad langer wordt.

Wat is hiervan de oorzaak?

2



Welk schakelonderdeel fungeert in deze schakeling als verwerker?