Formatieve toets H9 en H10 3GT
star
star
star
star
star
Last updated over 5 years ago
12 questions
2
Van ΔPQR is gegeven dat PQ = 5 cm, hoek P = 40° en hoek Q = 70°.Welke bijzondere driehoek is ΔPQR ?
Van ΔPQR is gegeven dat PQ = 5 cm, hoek P = 40° en hoek Q = 70°.
Welke bijzondere driehoek is ΔPQR ?
2
Van de hieronder beschreven driehoeken KLM kun je er maar één tekenen.
Welke van de drie is dat? (tip: schets de driehoeken eventueel op kladpapier)Vink het juiste antwoord aan.
Van de hieronder beschreven driehoeken KLM kun je er maar één tekenen.
Welke van de drie is dat? (tip: schets de driehoeken eventueel op kladpapier)
Vink het juiste antwoord aan.
1
Welke eigenschap(pen) heeft de deellijn van hoek C?
Welke eigenschap(pen) heeft de deellijn van hoek C?
1
Welke eigenschap(pen) heeft de middelloodlijn van zijde AC?
Welke eigenschap(pen) heeft de middelloodlijn van zijde AC?
1
Noem twee hoeken die even groot zijn, omdat ze samen een Z-figuur vormen.(schrijf de hoeken met hoofdletters + cijfers op, dus bijvoorbeeld hoek F1 of hoek D34)
Noem twee hoeken die even groot zijn, omdat ze samen een Z-figuur vormen.
(schrijf de hoeken met hoofdletters + cijfers op, dus bijvoorbeeld hoek F1 of hoek D34)
1
Noem ook twee hoeken die even groot zijn, omdat ze samen een F-figuur vormen.(schrijf de hoeken met hoofdletters + cijfers op, dus bijvoorbeeld hoek F1)
Noem ook twee hoeken die even groot zijn, omdat ze samen een F-figuur vormen.
(schrijf de hoeken met hoofdletters + cijfers op, dus bijvoorbeeld hoek F1)
1
Waarom zijn de hoeken 1 en 2 bij punt F even groot?
Waarom zijn de hoeken 1 en 2 bij punt F even groot?
1
In driehoek DEF is ED = EF en hoek D1 = 80°.
Bereken de grootte van hoek F1.
Schrijf je berekening op.
In driehoek DEF is ED = EF en hoek D1 = 80°.
Bereken de grootte van hoek F1.
Schrijf je berekening op.
1
In driehoek DEF is ED = EF en hoek D1 = 80°.
Bereken de grootte van hoek E1.
Schrijf je berekening op.
In driehoek DEF is ED = EF en hoek D1 = 80°.
Bereken de grootte van hoek E1.
Schrijf je berekening op.
1
In vierhoek ABCF is AC de deellijn van hoek A.
Driehoek ABC is een rechthoekige driehoek. Bereken de grootte van hoek C2.
Schrijf je berekening op.
In vierhoek ABCF is AC de deellijn van hoek A.
Driehoek ABC is een rechthoekige driehoek. Bereken de grootte van hoek C2.
Schrijf je berekening op.
1
In vierhoek ABCF is AC de deellijn van hoek A.
Driehoek ABC is een rechthoekige driehoek. Bereken de grootte van hoek C1.
Schrijf je berekening op.
In vierhoek ABCF is AC de deellijn van hoek A.
Driehoek ABC is een rechthoekige driehoek. Bereken de grootte van hoek C1.
Schrijf je berekening op.
1