Log inSign up for FREE
Library

Huiswerk week 19: H06 opg 27, 32 en 34

Last updated over 5 years ago
14 questions
Deze week moet je 3 opgaven inleveren als huiswerk.

Per opgave willen we een foto van je uitwerking / schrift. Dus hou daar rekening met het maken ervan.

Bij de reken-onderdelen hoef je alleen het antwoord maar te geven, de berekening zien we op de foto.

Tip:
Als je de foto's maakt met je mobiel, vul de GoFormative dan ook in op je mobiel. Dat maakt het uploaden van de foto's een stuk makkelijker.
--------------------------------------------------------------------------
H06 - opg 27 (blz 18)


Tinka zit op een handboogschietvereniging. Bij een van haar schoten wordt de hoogte h van de pijl gegeven door de formule:
Hierbij zijn a en h in meter.

Je mag bij deze opgave je rekenmachine gebruiken.
1

27a)
Bereken de hoogte voor a = 10

Antwoord: h = ...

1

27b)
Op welke hoogte wordt de pijl weggeschoten?

Antwoord: h = ...

1

27c)
Komt de pijl binnen 30 meter op de grond?

1

27c)
Leg uit waarom je "ja" of "nee" hebt geantwoord in vorige vraag:

0

Maak een foto van je de uitwerking van opgave 27 en upload deze dan hier.

--------------------------------------------------------------------------
H06 - opg 32 (blz 20)

Gegeven is de formule
1

32a)
Vul x = -3 in.

Schrijf nu de ingevulde formule op:

( als je een kwadraat wilt typen kun je dat door " ^ " te typen, dus bijvoorbeeld x^2)

1

32b)
Maak een tabel bij de formule.

De tabel hoef je hier verder niet in te vullen, die komt later op de foto.

Welke waarde ga je voor x in vullen?

1

32c)
Teken de grafiek van de formule.

(De grafiek komt bij de volgende vraag op de foto)

0

Maak een foto van je de uitwerking van opgave 32 en upload deze dan hier.

--------------------------------------------------------------------------
H06 - opg 34 (blz 20)


De kabels van de hangbrug vormen een parabool. De bijbehorende formule is:
Hierbij is y de hoogte in meter boven het wateroppervlak.

Je mag bij deze opgave je rekenmachine gebruiken.
1

34a)
Neem x = 20 en bereken y?

Antwoord: y = ...

1

34b)
Hoeveel meter is het punt A boven het water?

Antwoord: A is ...... boven het water.

1

34c)
Hoeveel meter is het punt B boven het water?

Antwoord: B is ...... boven het water.

1

34d)
In punt C zit een vogel.
De vogel is 13 m boven het water.

Zoek eens uit welke x hierbij hoort.

Antwoord: De x die hierbij hoort is ....

0

Maak een foto van je de uitwerking van opgave 34 en upload deze dan hier.

--------------------------------------------------------------------------
Einde