H6.2 - les 5 (oefen opdrachten)

Last updated over 5 years ago
11 questions
Note from the author:
energie nederlands
Deze les komt overeen met paragraaf 6,2 in het boek (pag. 130 tm 137) en is een vervolg op les van de Goformative. De les kan volledig zonder boek gemaakt worden. Mocht je iets niet meteen begrijpen, dan kun je natuurlijk de uitleg in het boek eens lezen.
In deze les gaan we ons vooral bezig houden met het rekenen aan energieën met behulp van "de wet behoud van energie".
1

Een elektrische fiets gebruikt ongeveer 175 W als je zelf niet meetrapt. Je kunt dan op een volle accu 50 km fietsen als je wel meetrapt, gebruikt de motor ongeveer 70 W. Hoe ver kom je op een volle accu als je meetrapt?

1

Zal de afstand die je kunt fietsen met een volle accu positief of negatief beïnvloed worden door mee wind?

1

Een elektrische verwarmingsplaat heeft een vermogen van 900 W. Hoe groot is het energieverbruik in kJ als de plaat een half uur aan staat?

1

De eenheid van energie is joule. Reken de volgende twee getallen om in J: 0,60 kJ & 1 kWh

Gebruik de volgende websites en de "rekenfactor" om de onderstaande twee vragen op te lossen:

1. website voedingscentrum klik hier,
2. website gezondheidsnet klik hier,
3. "rekenfactor": 1 kJ = 0,2389 kcal (of 1 kcal = 4,1868 kJ).
1

Jane heeft per dag 7000 kJ energie nodig. Stel dat ze alleen maar appels zou eten. Bereken hoeveel appels van 135 gram ze dan zou moeten eten. Tip: gebruik wesite 1 en de "rekenfactor".

1

Gebruik website 2 om te berekenen wat haar leeftijd zal zijn. Rond af op één heel jaar. (Tip: zie gegevens vraag hierboven).

1

Een auto is een voorwerp dat energie nodig heeft. Noem twee energiebronnen die in de bovenstaande auto nodig zijn om hem te kunnen laten rijden.

1

Welke energiesoort hoort er bij benzine?

1

Bij de energieomzetting in een motor ontstaat 72% warmte die niet gebruikt kan worden. De nuttige energie is 400 kJ. Bereken het percentage nuttige energie.

1

Bereken de energie die aan de motor is toegevoegd. Rond je antwoord af op een geheel getal.
(Tip: gebruik de informatie uit de vorige vraag.)

1

Bereken de ontstane warmte. Rond je antwoord af op een geheel getal.
(Tip: gebruik de informatie uit de vorige vragen.)