In de vorige lessen heb je geleerd wat gewone vragen en levensvragen zijn. Je weet dat uit een bestaanservaring levensvragen komen. Sommige mensen vinden antwoorden op levensvragen in een godsdienst. Deze mensen geloven dat er een god of goden bestaan. Een grote meerderheid op deze wereld noemt zichzelf gelovig of godsdienstig. Mensen kunnen verschillende redenen hebben om gelovig te zijn. Een belangrijkste reden is dat het geloof antwoord geeft op levensvragen, vragen die te maken hebben met de zin en het doel van het leven. Er zijn ook mensen die niet geloven in een god. Zij vinden ergens anders antwoorden op levensvragen.
In dit werblad ga je nadenken over wat geloven is. Wat betekenthet woord 'geloven' eigenlijk? En waarom geloven mensen? Als ze in een god geloven, wat/wie is dat?
1 point
1
Question 1
1.
Wat betekent het woord 'geloven'? Je kan de betekenis op internet opzoeken.
1 point
1
Question 2
2.
Iemand stuurt je dit bericht via Whats App. Geloof je dat dit bericht echt of fake is? Leg uit waarom.
1 point
1
Question 3
3.
Geloof jij alles wat je hoort, ziet of leest?
Wanneer geloof je iets wel of wanneer niet?
Noem een voorbeeld.
1 point
1
Question 4
4.
Waarom zouden mensen in God geloven?
Geloof jij in God?
In de Middeleeuwen (ongeveer 500-1500 na chr.) geloofden bijna alle mensen in God. In de periode daarna gaan steeds meer mensen twijfelen aan hun geloof. Dat kwam vooral door de ontwikkeling binnen de wetenschap. Vanuit de wetenschap werden verklaringen voor bepaalde zaken gegeven die tot op dat moment onverklaarbaar waren. Na de middeleeuwen en zeker in onze tijd vragen steeds meer mensen zich af: bestaat God eigenlijk wel? Is God een menselijk bedenksel of bestaat hij echt?
1 point
1
Question 5
5.
Geloof jij dat er een God bestaat?
1 point
1
Question 6
6.
Waar denk jij aan bij het woord 'God'? Schrijf minimaal 5 woorden op die met God te maken hebben.
1 point
1
Question 7
7.
Testje: Ben jij gelovig?
Lees de omschrijvingen. Kruis 3 antwoorden aan wat het beste bij jou past.
Wel en niet geloven in God
Er zijn mensen die geloven dat er ‘iets’ is tussen hemel en aarde. Dit noemen we het ietsisme. Dat ‘iets’ kan een god zijn, maar dat hoeft niet! Het kan ook om een soort kracht buiten deze wereld gaan. Heel veel Nederlanders denken dat er ‘iets’ is.
Wanneer mensen geloven in het bestaan van God, spreken we van theïsme. Als mensen in één god geloven spreken we van monotheïsme. Jodendom, Christendom en Islam geloven in één God.
Wanneer mensen in meerdere mensen geloven, spreken we van polytheïsme. Het hindoeïsme is daar een goed voorbeeld van.
Uiteraard zijn er ook mensen die niet in God geloven: zij behoren tot het atheïsme.
Ten slotte is er het agnosticisme: een stroming doe twijfelt aan het bestaan van God.
1 point
1
Question 8
8.
Een voorbeeld van een monotheïstische godsdienst is de Islam
1 point
1
Question 9
9.
Als iemand in meerdere goden gelooft, spreek je van het 'ietsisme'
1 point
1
Question 10
10.
Mensen die niet gelovig zijn, noem je atheïsten
1 point
1
Question 11
11.
Een agnost gelooft in god
1 point
1
Question 12
12.
Polytheïsme betekent dat mensen twijfelen of god bestaat
1 point
1
Question 13
13.
Het Hindoeïsme kent meerdere goden
1 point
1
Question 14
14.
Kies één van de vier stellingen uit.
1 point
1
Question 15
15.
Hierboven heb je een stelling aangevinkt. Leg je mening hieronder uit:
Twijfelen aan het bestaan van een God
Mensen die twijfelen, noemen we agnosten. Het agnosticisme gaat ervan uit dat je niet kunt bewijzen dat God bestaat, maar ook niet dat Hij niet bestaat. Daarom twijfelen agnosten aan het bestaan van God.
Een beroemde agnost was Darwin (1809-1882), de bedenker van de evolutietheorie. Die theorie gaat ervan uit dat de mens verwant is aan de mensapen. Volgens hem hebben we gemeenschappelijke voorouders. Darwin was het niet eens met het christelijk standpunt uit zijn tijd. Dat standpunt luidde: God heeft de wereld in 6 dagen gemaakt. Zo staat het in de Bijbel. Darwin was een groot geleerde. Maar één ding kon hij niet verklaren, namelijk het beginpunt van de evolutie: hoe is het leven ontstaan? Daarom noemde hij zich aan het einde van zijn leven agnost.
1 point
1
Question 16
16.
Darwin vroeg zich af hoe het leven is ontstaan.
Welk antwoord zou je hem geven?
Waar ligt het beginpunt van het leven?
1 point
1
Question 17
17.
Darwin was het niet eens met het standpunt uit zijn tijd. Hij kon niet geloven dat God in 6 dagen de aarde gemaakt heeft. Wie heeft volgens jou de aarde gemaakt? Hoe weet je dat?