Toets Havo 3 Hfd 5 Reacties en Energie
star
star
star
star
star
Last updated almost 5 years ago
10 questions
Note from the author:
VSC HAVO 3
1
1 A (1p). Geef de kloppende reactievergelijking voor de vorming van ammoniak.
1 A (1p). Geef de kloppende reactievergelijking voor de vorming van ammoniak.
3
1 B (3p).Er is gegeven dat in een afgesloten vat, 40 g ammoniak en 80 g zuurstof reageren. Nu is de vraag of er sprake is van overmaat tussen ammoniak en zuurstof? (3p )
Geef met behulp van een duidelijke berekening aan of er een overmaat tussen ammoniak en zuurstof is.
Als er sprake is van een overmaat, noteer voor welke stof dit geldt en hoeveel de overmaat is in gram. Rond dit antwoord af op 1 decimaal.
Als er geen overmaat is, toon aan met een berekening waarom dat niet zo is.
1 B (3p).
Er is gegeven dat in een afgesloten vat, 40 g ammoniak en 80 g zuurstof reageren.
Nu is de vraag of er sprake is van overmaat tussen ammoniak en zuurstof? (3p )
Geef met behulp van een duidelijke berekening aan of er een overmaat tussen ammoniak en zuurstof is.
Als er sprake is van een overmaat, noteer voor welke stof dit geldt en hoeveel de overmaat is in gram.
Rond dit antwoord af op 1 decimaal.
Als er geen overmaat is, toon aan met een berekening waarom dat niet zo is.
2
2 A (2p). Bereken de molecuulmassa van heptaan en koolstofmonoxide. Gebruik de bijlage aan het eind van de toets.
2 A (2p). Bereken de molecuulmassa van heptaan en koolstofmonoxide.
Gebruik de bijlage aan het eind van de toets.
2
2 B (2p). Wat is massaverhouding tussen heptaan en koolstofmonoxide?Geef een duidelijke berekening en geef je antwoord in de volgende notatie:
De massaverhouding tussen heptaan en koolstofmonoxide is ______ : ______
2 B (2p). Wat is massaverhouding tussen heptaan en koolstofmonoxide?
Geef een duidelijke berekening en geef je antwoord in de volgende notatie:
De massaverhouding tussen heptaan en koolstofmonoxide is ______ : ______
3
2 C (3p). Bereken hoeveel gram koolstofmonoxide er ontstaat, wat afkomstig is van heptaan, als je uitgaat van 100 g benzine. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Mocht je geen antwoord op hebben gevonden op vraag 2 gebruik dan de massaverhouding heptaan : koolstofmonoxide = 40 : 60.
2 C (3p). Bereken hoeveel gram koolstofmonoxide er ontstaat, wat afkomstig is van heptaan, als je uitgaat van 100 g benzine. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Mocht je geen antwoord op hebben gevonden op vraag 2 gebruik dan
de massaverhouding heptaan : koolstofmonoxide = 40 : 60.
3
2 D (3p). Geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van ethaanthiol.
2 D (3p). Geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van ethaanthiol.
1
2 E. (1p) Noem de drie voorwaarden voor het verlopen van een verbrandingsreactie
2 E. (1p) Noem de drie voorwaarden voor het verlopen van een verbrandingsreactie
1
3 A (1p). Hoe noem je een ontledingsreactie zoals de ontleding van zilverchloride?
3 A (1p). Hoe noem je een ontledingsreactie zoals de ontleding van zilverchloride?
2
3 B (2p). Geef de kloppende reactievergelijking van de ontleding van zilverchloride.
3 B (2p). Geef de kloppende reactievergelijking van de ontleding van zilverchloride.
3
3 C (3p). Bereken hoeveel gram magnesiumoxide is ontstaan, als er 4 gram magnesiumlint heeft gereageerd. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
3 C (3p). Bereken hoeveel gram magnesiumoxide is ontstaan, als er 4 gram magnesiumlint heeft gereageerd. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
