PW thema 5 basis en kader

Last updated almost 5 years ago
38 questions
2

Met de smaakknopjes in je tong neem je een prikkel waar.

2

De oogspieren draaien het oog in de goede richting.

2

Adrenaline wordt aangemaakt in de bijnieren.

2

De pupil is een opening in de iris.

2

Het zenuwstelsel bestaat alleen uit de hersenen en zenuwen.

2

Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.

2

De hypofyse maakt het groeihormoon aan.

2

Geur is de prikkel voor de zintuigcellen in de neus.

2

Zintuigen reageren als eerste op het waarnemen.

2

In het neusslijmvlies liggen zintuigcellen.

2

De oogkas is een onderdeel van je schedel.

2

Door de zintuigcellen ontstaan er impulsen.

2

Met een gehoorapparaat kun je beter horen.

3

Je pakt een koude, natte doek. Wanneer ben je jezelf ervan bewust dat de doek koud is?

3

Geluid gaat langs verschillende delen van het oor. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen.

3

Welk gedeelte van het oog beschermt de iris en de pupil?

1

Waar bevinden zich de smaakknopjes?

1

Waar ontstaan impulsen in de neus?

3

Met wie werkt je tong vooral samen als het gaat om het proeven van eten?

3

Welke zin is waar?

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Trommelvlies – B:gehoorgang – C:buis van Eustachius – D:slakkenhuis – E:gehoorbeentjes.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Trommelvlies – B:gehoorgang – C:buis van Eustachius – D:slakkenhuis – E:gehoorbeentjes.

1

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Trommelvlies – B:gehoorgang – C:buis van Eustachius – D:slakkenhuis – E:gehoorbeentjes.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Trommelvlies – B:gehoorgang – C:buis van Eustachius – D:slakkenhuis – E:gehoorbeentjes.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Trommelvlies – B:gehoorgang – C:buis van Eustachius – D:slakkenhuis – E:gehoorbeentjes.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Oogspier – B:hoornvlies – C:lens – D:gele vlek – E:blinde vlek.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Oogspier – B:hoornvlies – C:lens – D:gele vlek – E:blinde vlek.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Oogspier – B:hoornvlies – C:lens – D:gele vlek – E:blinde vlek.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Oogspier – B:hoornvlies – C:lens – D:gele vlek – E:blinde vlek.

2

Zet de juiste benamingen bij het juiste nummer. Je kunt kiezen uit:
A:Oogspier – B:hoornvlies – C:lens – D:gele vlek – E:blinde vlek.

3

Welke weg wordt er doorlopen als je iets waarneemt in je omgeving? Maak gebruik van de volgende woorden: Zintuig, hersenen, ruggenmerg, wervelkolom, zenuw en reactie(impuls).

6

Welke van de volgende functies worden vervuld door het zenuwstelsel? Er zijn meerdere antwoorden goed.

2

Welke uitspraak over proeven is juist?

4

De bijnieren maken het hormoon adrenaline. Welke van de volgende effecten kan adrenaline hebben op je lichaam? Er zijn meerdere antwoorden goed.

4

Welke invloed heeft de algehele narcose op de zenuwcellen waardoor meneer Bres niet zal kunnen reageren op wat hij hoort?

2

Welk type zenuwcel kan beschadigd zijn tijdens de operatie?

2

Welke zintuigen gebruikt de artiest die in de trapeze hangt volgens de tekst?

2

Soms komt een hond te dicht bij de brandende hoepel. Hij schrikt daar erg van. Hoe neemt de hond dit waar?