Zonnestraling bestaat uit verschillende soorten straling.
Als zonnestraling op een ruit valt, wordt het zichtbare licht vooral:
1 point
1
Question 2
2.
De radiator van een cv zendt straling uit.
Wat voor straling is dat?
1 point
1
Question 3
3.
Bijen zien op een andere manier dan mensen.
Wat is het verschil tussen bijen en mensen bij het waarnemen van kleuren?
1 point
1
Question 4
4.
Laten botten röntgenstraling door of absorberen ze de straling? En spieren?
1 point
1
Question 5
5.
Sommige soorten straling zijn ioniserend.
Welke straling is sterk ioniserend?
1 point
1
Question 6
6.
Wat wordt bedoeld met de activiteit van een radioactief voorwerp?
1 point
1
Question 7
7.
Niet alle soorten straling zijn even gevaarlijk.
Welke straling komt niet door een velletje papier heen?
1 point
1
Question 8
8.
De dracht verschilt per soort straling.
Welke soort straling heeft, bij dezelfde energie, de grootste dracht?
1 point
1
Question 9
9.
In figuur 1 zie je een grafiek van het radioactief verval van jood-131.
Hoe groot is de halveringstijd van jood-131?
1 point
1
Question 10
10.
IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.
Na hoeveel dagen is er nog een achtste van de oorspronkelijke straling over?
1 point
1
Question 11
11.
Om organen in het menselijk lichaam te onderzoeken, wordt een radioactieve merkstof gebruikt.
Welke soort straling zendt zo’n merkstof uit?
1 point
1
Question 12
12.
De verschillende soorten straling hebben een verschillend doordringend vermogen.
Welke stralingssoort gaat wel door de opperhuid heen, maar bereikt niet de organen?
1 point
1
Question 13
13.
In het ziekenhuis gebruiken artsen ioniserende straling om kanker te bestrijden.
Hoe vindt deze bestraling in de meeste gevallen plaats: van binnenuit of van buitenaf?
En wordt daarbij alfastraling of gammastraling gebruikt?
1 point
1
Question 14
14.
In welke situatie wordt een patiënt zelf radioactief?
1 point
1
Question 15
15.
Om voedsel langer te kunnen bewaren wordt soms voedselbestraling toegepast.
Daarbij wordt voedsel bestraald met gammastraling.
Wordt het voedsel hierdoor radioactief?
1 point
1
Question 16
16.
Welke straling zendt een spaarlamp uit?
1 point
1
Question 17
17.
Welke straling zendt een strijkijzer uit?
1 point
1
Question 18
18.
Welke straling zendt een apparaat om een foto van een botbreuk te maken uit?
1 point
1
Question 19
19.
Najib beschrijft een stof. Hij schrijft onder meer op dat de atoomkernen van de stof instabiel zijn.
Beschrijft Najib hiermee een radioactieve stof? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 20
20.
In een fabriek wordt de dikte van staalplaten gecontroleerd. De staalplaat gaat langs een stralingsbron die een kleine hoeveelheid radioactief materiaal bevat. Een stralingsmeter meet hoeveel straling de plaat doorlaat. Zie figuur 2.
Joran onderzoekt twee verschillende platen A en B. Plaat A heeft de juiste dikte als hij 51% van de straling doorlaat. Plaat B heeft de juiste dikte als hij 45% van de straling doorlaat.
Welke plaat is de dikste van de twee platen? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 21
21.
In een wals worden gloeiend hete platen ijzer op een bepaalde dikte gebracht. De platen worden vervolgens op hun dikte gecontroleerd. Joran ziet dat de platen te weinig straling doorlaten.
Welke aanpassing moet Joran doorvoeren aan de machine? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 22
22.
Iemand heeft een kankergezwel diep in zijn lichaam. De artsen besluiten het gezwel van buitenaf te bestralen.
Welke stralingssoort moet hiervoor worden gebruikt? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 23
23.
De tandarts maakt soms een röntgenfoto van iemands gebit. Op die manier kan hij kleine gaatjes beter opsporen.
Leg uit waardoor de tanden er op de foto veel lichter uitzien dan het tandvlees.
1 point
1
Question 24
24.
Bijoudere mensen komen nog metalen vullingen voor. Het metaal van deze vullingen is nog harder dan de tanden zelf.
Hoe ziet zo’n vulling eruit op een röntgenfoto? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 25
25.
De tandarts die de röntgenfoto’s maakt, moet zich beschermen tegen de straling. De patiënt hoeft dat niet.
Waarom is dat zo? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 26
26.
In een kerncentrale ontstaat 4 gram van de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief afval met een halfwaardetijd van 24 000 jaar.
Hoeveel gram plutonium-239 is er na 48 000 jaar nog over? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 27
27.
Na hoeveel jaar is er nog 0,25 gram plutonium-239 over? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 28
28.
Werknemers die met radioactieve stoffen werken, moeten zich beschermen tegen straling.
Welke soort radioactieve straling is voor hen het gevaarlijkst? Leg je antwoord uit.
1 point
1
Question 29
29.
Welke drie voorzorgsmaatregelen kunnen deze werknemers nemen?
1 point
1
Question 30
30.
Radioactieve stoffen worden vervoerd in een container die van binnen is bekleed met metaal.
Met welk metaal is zo’n container bekleed?
1 point
1
Question 31
31.
Alleen voor TL:
Agnes gaat naar het ziekenhuis om te laten onderzoeken of er nog voldoende zuurstof naar de hartspier gaat. Ze krijgt een injectie met een radioactieve merkstof. Deze stof komt in de bloedbaan en verspreidt zich dan met het bloed door het lichaam.
Hoe wordt zo’n radioactieve merkstof genoemd?
1 point
1
Question 32
32.
Alleen voor TL:
Haar man heeft een geigerteller. Hij plaatst de teller boven Agnes en meet op een aantal momenten gedurende 1 minuut de radioactiviteit. De eerste meting doet hij enkele minuten nadat de injectie is toegediend.
Dat is tijdstip t = 0.
In figuur 3 zie je de grafiek van de meetresultaten.
Bepaal de halveringstijd van de gebruikte radioactieve stof.