So basis thema 7 basisstof 1 t/m 4
star
star
star
star
star
Last updated over 4 years ago
19 questions

2
Het witte gedeelte van de witte dovenetel heet de bloemkroon
Het witte gedeelte van de witte dovenetel heet de bloemkroon
2
Uit een bevruchte eicel ontstaat een kiem
Uit een bevruchte eicel ontstaat een kiem
2
Na de bevruchting wordt het vruchtbeginsel kleiner.
Na de bevruchting wordt het vruchtbeginsel kleiner.
2
De kroonbladeren van windbloemen zijn meestal groen.
De kroonbladeren van windbloemen zijn meestal groen.
2
De stempel is een deel van de stamper
De stempel is een deel van de stamper
2
Kroonbladeren beschermen de bloem in de knop
Kroonbladeren beschermen de bloem in de knop
2
De stuifmeelbuis maakt stuifmeel
De stuifmeelbuis maakt stuifmeel
2
Nummer 3 is een mannelijk voortplantingsorgaan
Nummer 3 is een mannelijk voortplantingsorgaan
2
Bij nummer 2 vindt bestuiving plaats
Bij nummer 2 vindt bestuiving plaats
2
De functie van bloemen is voortplanten
De functie van bloemen is voortplanten
2
Tomaten zijn vruchten
Tomaten zijn vruchten
2
Pitten en bonen zijn zaden
Pitten en bonen zijn zaden
3
Wat zit er in de stuifmeerbuis.
Wat zit er in de stuifmeerbuis.

3
In zaden zit reservevoedsel. waarvoor is dit reservevoedsel bedoeld?
In zaden zit reservevoedsel. waarvoor is dit reservevoedsel bedoeld?
3
Uit welk deel van de bloem is onderdeel O ontstaan?
Uit welk deel van de bloem is onderdeel O ontstaan?
3
Wat zijn voorbeelden van eetbare zaden?
Wat zijn voorbeelden van eetbare zaden?
3
Na de bevruchting verandert het zaadbeginsel van een bloem. Wat ontstaat er uit het zaadbeginsel?
Na de bevruchting verandert het zaadbeginsel van een bloem. Wat ontstaat er uit het zaadbeginsel?

3
Bij welke pijl vindt bestuiving plaats?
Bij welke pijl vindt bestuiving plaats?
3
Wat gebeurt er na de bevruchting?
Wat gebeurt er na de bevruchting?