So basis thema 7 basisstof 1 t/m 4 opstroom

Last updated over 4 years ago
23 questions
2

Het witte gedeelte van de witte dovenetel heet de bloemkroon

2

Uit een bevruchte eicel ontstaat een kiem

2

Na de bevruchting wordt het vruchtbeginsel kleiner.

2

De kroonbladeren van windbloemen zijn meestal groen.

2

De stempel is een deel van de stamper

2

Kroonbladeren beschermen de bloem in de knop

2

De stuifmeelbuis maakt stuifmeel

2

Nummer 3 is een mannelijk voortplantingsorgaan

2

Bij nummer 2 vindt bestuiving plaats

2

De functie van bloemen is voortplanten

2

Tomaten zijn vruchten

2

Pitten en bonen zijn zaden

3

Wat zit er in de stuifmeelbuis.

3

In zaden zit reservevoedsel. waarvoor is dit reservevoedsel bedoeld?

3

Uit welk deel van de bloem is onderdeel O ontstaan?

3

Wat zijn voorbeelden van eetbare zaden?

3

Na de bevruchting verandert het zaadbeginsel van een bloem. Wat ontstaat er uit het zaadbeginsel?

3

Bij welke pijl vindt bestuiving plaats?

3

De bloem van een appelboom is bevrucht. Wat gebeurt er na de bevruchting?


4

Wat gebeurt er bij de bevruchting? Leg uit in je eigen bewoordingen.

4

Waarom hebben de kroonbladen van bloemen een felle kleur?

1

Wat zijn de verschillen tussen een windbloem en een insectenbloem? Waarom zijn die verschillen er?

2

Is dit bevruchting?