1.3 Versnelling - A

Last updated over 4 years ago
6 questions
Instructies
  • Rond getallen af op 2 of 3 cijfers (tenzij anders vermeld)
  • Vaak moet je een eenheid achter een getal zetten; zet dan een spatie tussen het getal en de eenheid
  • De eenheid van versnelling m/s2 mag je noteren als m/s2
1

In de (v,t)-grafiek zie je een aantal lijnen.

Welke lijnen horen bij een eenparig versnelde (vertraagde) beweging?

1

In de figuur zie je een (v,t)-grafiek.

Bepaal de grootte van de versnelling (in m/s2) tussen t = 0 s en t = 4 s (getal + eenheid = m/s2)

1

Een steen valt van een dak. De steen raakt de grond met een snelheid van 28 m/s.
Bereken hoe lang (in s) de val heeft geduurt.

1

In de figuur zie je een (v,t)-grafiek.


Bepaal de gemiddelde snelheid (in m/s) tussen t = 0 s en t = 40 s.

1

Jan staat op de tafel en laat een zware kogel op de grond vallen. De kogel raakt de grond met een snelheid van 7,4 m/s.
Bereken de hoogte (in m) waarvan Jan de kogel losliet (getal + eenheid). Hint bereken ook de gemiddelde snelheid.

1

Stijn krijgt de opdracht om in de gegeven (v,t)-grafiek de versnelling op t = 40 s te bepalen. Hij heeft alvast de raaklijn op t = 40 s getekend.
Bepaal de versnelling (in m/s2) op t = 40 s (getal (2 decimalen) + eenheid)