Formules en vergelijkingen (G&R12, H3, 2TL)

Last updated almost 4 years ago
15 questions
Note from the author:
Formules, vergelijkingen
Bij elke wiskundetoets op papier moeten altijd eindantwoorden correct geformuleerd worden.
Bij deze digitale toets mag jij je beperken tot alléén het kale eindantwoord.
dus: 8 in plaats van 8 graden, b i.p.v. figuur b, 34 i.p.v. 34%, 25 i.p.v €25, DEF i.p.v. ∆DEF, enz..
[Korte antwoorden] bestaan uit 1 getal of maximaal 2 woorden.
Notatie: Hoekpunten en lijnstukken wel altijd aangeven met een hoofdletter.

Benodigdheden: rekenmachine en een kladblaadje
Tip 1: Maak een toets bij voorkeur op een PC, laptop of iPad
Tip 2: Ook bij digitale toetsen maak je bij elke opgave een berekening in het klad.

BONUS: De laatste drie vragen zijn bestemd voor HAVO-leerlingen.
Iedereen mag ze proberen voor bonuspunten.
1

[Meerkeuze] Een vergelijking kun je oplossen door in steeds kleinere stapjes te proberen. Dit heet: . . .

1

[Kort antwoord] Voordat je een grafiek gaat tekenen, maak je meestal eerst een . . .

1

[Kort antwoord] 8a + 7 = 31 In deze vergelijking is a een grootheid die steeds een andere waarde kan hebben. In de wiskunde noemen wij a een . . .

1

[Waar of Niet-waar] '8a + 7 = 31' is een formule.

1

De volgende 3 vragen gaan steeds over dezelfde formule.

[Kort antwoord] Sophie wil een racefiets kopen. De racefiets kost € 575,--. Zij heeft al €175 op haar spaarrekening. Elke week spaart zij € 25,00. Hierbij hoort de formule:
bedrag in € = 175 + 25w (w: tijd in weken)
Wat is het begingetal van de formule?

2

[Kort antwoord] Sophie gebruikt de formule:
bedrag in € = 175 + 25w (w: tijd in weken)
Hoeveel heeft Sophie na 10 weken al op haar rekening staan?

2

[Kort antwoord] Formule Sophie:
bedrag in € = 175 + 25w (w: tijd in weken)
Na hoeveel weken sparen kan Sophie de racefiets van € 575 kopen?

2

[Meerkeuze] Bij het leeglopen van een zwembad hoort de formule
inhoud in liters = 1925 – 35t t: tijd in minuten
Bereken met inklemmen na hoeveel minuten het zwembad leeg is.

1

[Waar of Niet-waar] Gegeven is de formule y = –4x + 15.
Ligt het punt P (3, 27) op de grafiek?

1

[Waar of Niet-waar] Gegeven is de formule b = 7a - 22.
Ligt het punt Q (-8, -34) op de grafiek?

1

[Kort antwoord] Wat is het begingetal van grafiek a ?

2

[Meerkeuze] Wat is het hellingsgetal van grafiek b ?

2

[HAVO]
[Kort antwoord] 2x − 14 = −6x + 18
Los x op.

2

[HAVO]
[Kort antwoord] 4(2x + 3) = 3(3x - 4)
Los x op.

3

[HAVO]
[Schrijven op whiteboard] Hieronder zie je een globale schets van twee grafieken.
Bereken op een kladblaadje de coördinaten van snijpunt S.

Schrijf hieronder de coördinaten van S op; let op de notatie!

EINDE PROEFWERK
Kijk je werk nog eens na vóórdat jij gaat inleveren.
Na inzending kun je niets meer veranderen!