LJ3 P3 - Clase 5 (Prueba formativa)

Last updated almost 2 years ago
15 questions
1

Wat betekent "el cumpleaños" in het Nederlands?

1

Wat betekent "la boda" in het Nederlands?

1

Wat betekent "el último día" in het Nederlands?

1

Wat betekent "el entierro" in het Nederlands?

1

Wat betekent "la luna de miel" in het Nederlands?

1

Hoe zeg je "de vakantie" in het Spaans?

1

Hoe zeg je "de baan" in het Spaans?

1

Hoe zeg je "de biografie" in het Spaans?

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "Por fin yo _____ (saber) la verdad."

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "¿Tú _____ (ir) a la fiesta?"

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "Gerardo no ______ (hacer) los deberes."

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "¿Cuándo ______ (morir) Federico García Lorca?"

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "¿Qué ______ (decir, ellos) cuando los viste?"

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "No ______ (venir, nosotros), porque estábamos cansados."

1

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de indefinido in: "Mis abuelos ______ (tener) tres nietos en 2010."