Het water in een vogeldrinkbakje verdwijnt langzaam
Tip: Schrijf op van welke fase naar welke fase het gaat
Required
1 point
1
Question 5
5.
Leg uit welke faseovergang dit is:
Je ruikt een zeepblokje dat op de wastafel ligt
Tip: Schrijf op van welke fase naar welke fase het gaat
Required
1 point
1
Question 6
6.
Leg uit welke faseovergang dit is:
Het gras is 's ochtends nat van het dauw
Tip: Schrijf op van welke fase naar welke fase het gaat
Required
1 point
1
Question 7
7.
Als de moleculen elkaar nauwelijks aantrekken en veel ruimte is. Welke fase is dit dan?
Required
1 point
1
Question 8
8.
Wat gebeurt er met de moleculen bij A als je deze gaat verwarmen?
Required
1 point
1
Question 9
9.
Wat gebeurt er met de moleculen bij A als de temperatuur lager wordt?
Required
1 point
1
Question 10
10.
Hieronder staat een tabel met het kookpunt en smeltpunt van verschillende stoffen
smeltpunt: gaat een stof van vast naar vloeibaar
kookpunt: gaat een stof van vloeibaar naar gas
Koper heeft een temperatuur van 1782 °C. In welke fase bevindt zich deze stof?
Required
1 point
1
Question 11
11.
Hieronder staat een tabel met het kookpunt en smeltpunt van verschillende stoffen
smeltpunt: gaat een stof van vast naar vloeibaar
kookpunt: gaat een stof van vloeibaar naar gas
lood heeft een temperatuur van 72 °C. In welke fase bevindt zich deze stof?
Required
1 point
1
Question 12
12.
Je hebt een blokje met een volume van 35 cm³ en een massa van 200 gram. Wat is de dichtheid van dit blokje? Schrijf je berekeningen op.
Required
1 point
1
Question 13
13.
Je hebt een ring van zilver met een massa van 17 gram. Wat is de volume van deze ring? Schrijf je berekeningen op
Required
1 point
1
Question 14
14.
Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm is gemaakt van een materiaal met een dichtheid van 3,4 g/cm3 . Bereken de massa van het blokje.
Laat je berekeningen zien!!!
Required
1 point
1
Question 15
15.
Een blokje met massa van 93 gram is gemaakt van materiaal met een dichtheid van 2,7 g/cm3 . Bereken het volume van het blokje.
Laat je berekeningen zien!!!
Required
1 point
1
Question 16
16.
Een bekerglas is gevuld met 200 ml van een vloeistof. Het bekerglas zonder vloeistof weegt 100 gram en met vloeistof 220 gram. Bereken de dichtheid van de vloeistof in g/cm3
Laat je berekeningen zien!!!
Required
1 point
1
Question 17
17.
Een bekerglas is gevuld met een vloeistof met een dichtheid van 1,5 g/cm3 . Het bekerglas zonder vloeistof weegt 100 gram en met vloeistof 340 gram. Bereken het volume van de vloeistof in het bekerglas in ml.
Laat je berekeningen zien!!!
Required
1 point
1
Question 18
18.
Een kubus van 2,0 m breed is gemaakt van materiaal met een dichtheid van 8,0 g/cm3 . Bereken de massa van de kubus.