SO WERKWOORDSPELLING GT 1
star
star
star
star
star
Last updated over 5 years ago
30 questions
Note from the author:
werkwoordspelling
10
NAC ....................(verliezen) komend weekend vast weer van Willem II. Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
NAC ....................(verliezen) komend weekend vast weer van Willem II. Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
10
Klaas en Remco hebben gisteren de trein ..............(missen). Noteer het voltooid deelwoord.
Klaas en Remco hebben gisteren de trein ..............(missen). Noteer het voltooid deelwoord.
10
Wat ..........................(gebeuren) er als ik het niet doe? Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
Wat ..........................(gebeuren) er als ik het niet doe? Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
10
Ik ...............(bewegen) minimaal een half uur per dag. Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
Ik ...............(bewegen) minimaal een half uur per dag. Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
10
Iedere morgen .....................(maken) mijn moeder mijn boterhammen.Noteer de PV in de verleden
tijd.
Iedere morgen .....................(maken) mijn moeder mijn boterhammen.Noteer de PV in de verleden
tijd.
10
Op het schoolplein .....................(rennen) een hond rondjes.Noteer de PV in de tegenwoordige
tijd.
Op het schoolplein .....................(rennen) een hond rondjes.Noteer de PV in de tegenwoordige
tijd.
10
(Hebben) ....................hij voor vandaag zijn huiswerk gemaakt?Noteer de PV in de tegenwoordige
tijd.
(Hebben) ....................hij voor vandaag zijn huiswerk gemaakt?Noteer de PV in de tegenwoordige
tijd.
10
Begin jaren zestig .....................(lanceren) May Quant de minirok.Noteer de PV in de verleden
tijd.
Begin jaren zestig .....................(lanceren) May Quant de minirok.Noteer de PV in de verleden
tijd.
10
Mijn zusje van vier ........................(stoten) alweer haar glas melk om.Noteer de PV in de
verleden tijd.
Mijn zusje van vier ........................(stoten) alweer haar glas melk om.Noteer de PV in de
verleden tijd.
10
Gisteren heb ik in het park geld ............................ (vinden).Noteer het voltooid deelwoord.
Gisteren heb ik in het park geld ............................ (vinden).Noteer het voltooid deelwoord.
10
Een paar jaar geleden........................ (trainen) sporters niet hetzelfde als nu.Noteer de PV in
de verleden tijd.
Een paar jaar geleden........................ (trainen) sporters niet hetzelfde als nu.Noteer de PV in
de verleden tijd.
10
Onze mentor heeft zijn vraag direct ..............................(beantwoorden).Noteer het voltooid
deelwoord.
Onze mentor heeft zijn vraag direct ..............................(beantwoorden).Noteer het voltooid
deelwoord.
10
In 2010 ........................(vieren) onze school haar 50-jarig bestaan.Noteer de PV in de verleden
tijd.
In 2010 ........................(vieren) onze school haar 50-jarig bestaan.Noteer de PV in de verleden
tijd.
10
In de straat .....................(lopen) een kind met een hond.Noteer de PV in de tegenwoordige
tijd.
In de straat .....................(lopen) een kind met een hond.Noteer de PV in de tegenwoordige
tijd.
10
(Vinden)........................ je vriend deze film spannend?Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
(Vinden)........................ je vriend deze film spannend?Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
10
De oude vrouw heeft haar stoep vandaag .....................(schrobben).Noteer het voltooid
deelwoord.
De oude vrouw heeft haar stoep vandaag .....................(schrobben).Noteer het voltooid
deelwoord.
10
Tijdens de treinreis ..............................(rusten) mijn kleine broertje en ik goed uit.Noteer de PV
in de verleden tijd.
Tijdens de treinreis ..............................(rusten) mijn kleine broertje en ik goed uit.Noteer de PV
in de verleden tijd.
10
De jongens hebben gisteren in de Dommel ......................(zwemmen). Noteer het voltooid deelwoord.
De jongens hebben gisteren in de Dommel ......................(zwemmen). Noteer het voltooid deelwoord.
10
Marian .....................(juichen) helemaal niet toen PSV won!Noteer de PV in de verleden tijd.
Marian .....................(juichen) helemaal niet toen PSV won!Noteer de PV in de verleden tijd.
10
Jason .....................(blazen) met heel veel kracht alle kaarsjes uit op zijn taart. Noteer de PV in de verleden tijd.
Jason .....................(blazen) met heel veel kracht alle kaarsjes uit op zijn taart. Noteer de PV in de verleden tijd.
10
De gevangene heeft urenlang op de deur ...........................(bonken).Noteer het voltooid deelwoord.
De gevangene heeft urenlang op de deur ...........................(bonken).Noteer het voltooid deelwoord.
10
Vanmorgen.............................. (melden) twee of drie leerlingen zich ziek.Noteer de PV in de verleden
tijd.
Vanmorgen.............................. (melden) twee of drie leerlingen zich ziek.Noteer de PV in de verleden
tijd.
10
(Vinden) .........................je deze opdrachten moeilijk?Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
(Vinden) .........................je deze opdrachten moeilijk?Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
10
Het is helaas nog steeds niet .....................(stoppen) met regenen. Noteer het voltooid deelwoord.
Het is helaas nog steeds niet .....................(stoppen) met regenen. Noteer het voltooid deelwoord.
10
De meisjes ....................... (willen) op zaterdag graag gaan dansen.Noteer de PV in de
tegenwoordige tijd.
De meisjes ....................... (willen) op zaterdag graag gaan dansen.Noteer de PV in de
tegenwoordige tijd.
10
Het strand ......................(baden) in het zonlicht.Noteer de PV in de verleden tijd.
Het strand ......................(baden) in het zonlicht.Noteer de PV in de verleden tijd.
10
Deze kinderen hebben om dit verhaal ............................(huilen).Noteer het voltooid deelwoord.
Deze kinderen hebben om dit verhaal ............................(huilen).Noteer het voltooid deelwoord.
10
Mjin vriendin en ik hebben vandaag hard aan ons project ..................(werken). Noteer het voltooid deelwoord.
Mjin vriendin en ik hebben vandaag hard aan ons project ..................(werken). Noteer het voltooid deelwoord.
10
Elke morgen om half acht .............(bakken) ik een eitje voor mijzelf. Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
Elke morgen om half acht .............(bakken) ik een eitje voor mijzelf. Noteer de PV in de tegenwoordige tijd.
10
De docent heeft de toetsen nog niet ..........................(corrigeren). Noteer het voltooid deelwoord.
De docent heeft de toetsen nog niet ..........................(corrigeren). Noteer het voltooid deelwoord.