H4 voor PWW Kerst

Last updated about 6 years ago
20 questions
Maak deze D-toets zonder hulp, maar gebruik wel je BINAS en een rekenmachine. De meeste vragen gaan over H3 en H4.

Als je een antwoord in vult, mag je de subscripts van formules als gewone cijfers laten staan, bijvoorbeeld O2 (zuurstof). Als er niet om een fase gevraagd wordt, hoef je deze niet te noteren. Moet dat wel gebruik dan de fasen die we kennen: s, l, g & aq.

Veel succes
1

(R) Natrium (Na (s)) is een

1

(R) Roest (IJzer(III)oxide) is een

2

(T1) De verhoudingsformule van roest is (zonder lading)

1

(R) Een zout bestaat uit ....

2

(T1) De verhoudingsformule van Kaliumpermanganaat is (zonder lading)

2

(T1) De verhoudingsformule van Natriumhydroxide is (zonder lading)

2

(T1) De verhoudingsformule van Aluminiumchloride is (zonder lading)

1

(R) Opgelost in water komen zouten voor als ....... en als vaste stof zitten de deeltjes vast in een ........

Geleiding
In een experiment wordt aan 500 mL water calciumsulfaat toegevoegd. In een ander experiment wordt aan 500 mL water suiker toegevoegd. Bij beide experimenten wordt de stroomgeleiding gemeten.
In het experiment met calciumsulfaat wordt waargenomen dat de stroomgeleiding tijdens het toevoegen van calciumsulfaat langzaam stijgt tot een bepaald punt. Na het toevoegen van 0,55 gram calciumsulfaat heeft de stroomgeleiding zijn maximum bereikt. Bij verdere toevoeging van calciumsulfaat blijft de stroomgeleiding constant.
1

(T1) Geef de formule van calciumsulfaat (zonder lading)

2

(T2) Leg uit bij welk van boven vraag 9 beschreven experimenten de stroomgeleiding hoger zal zijn.

2

(I) Verklaar dat de stroomgeleiding vanaf een bepaald moment constant blijft, ondanks dat er nog steeds calciumsulfaat wordt toegevoegd.

2

(T1) Bereken hoeveel calciumsulfaat is opgelost in het water. Geef je antwoord in Mol/L

Hierboven is een ionrooster te zien van een zout. M.b.v. de figuur is te bepalen wat de verhouding is van de 2 ionen. De volgende regels gelden: Een ion op een hoekpunt telt voor 1/8 mee; Een ion in het midden van een ribbe telt voor 1/4 mee en in het midden van een vlak voor 1/2.
2

(T1) Wat is de verhouding van de paarse : groene ionen

2

(T1) Van welke ionen zou bovenstaande ionrooster kunnen zijn?

Duikers gebruiken flessen van 12 liter waar m.b.v. een druk van 300 bar lucht in geperst is. De buitenlucht heeft een druk van 1,00 bar. Zoals je van natuurkunde weet is p x V = constant
1

(T1) Bereken hoeveel liter lucht van 1,00 bar is samengeperst in de flas van 12 L met een druk van 300 bar.

Een duiker ademt bij iedere inademing 800 mL lucht en doet dit 16 maal per minuut.
2

(T1) Hoeveel uur kan je de persluchtfles gebruiken tot hij helemaal leeg is?

Fosgeen (COCl2) is een giftig gas dat in de Eerste Wereldoorlog als strijdmiddel is gebruikt. Calciumchloride is vaak een afvalproduct van bepaalde industriƫle processen.
3

(T2) Teken (met de 'tool' hieronder) fosgeen en geef aan of er sprake is van polaire of apolaire bindingen. Als er sprake is van polariteit in het molecuul, geef je dat aan met het jou bekende d+ en d-. Als hint mag je weten dat fosgeen er uit ziet als een Mercedes teken of Peace Sign.

2

(T1) Vergelijk de kookpunten van fosgeen en calciumchloride. Wat valt je op?

2

(T2) Verklaar je antwoord bij de vorige vraag.

2

(I) Voorspel met behulp van je tekening bij vraag 16 of fosgeen oplost in water. Leg je antwoord uit.